Bloemen op de liturgische tafel "Toekomst baren"

Kerst nadert weer. Dat betekent voor de bloemengroep een voorbereiding voor symbolisch bloemschikken voor de advents- en kersttijd. Met de handleiding van PKN gaan we ook dit jaar ook weer aan de slag.
Onderwerp is "Toekomst baren". We volgen deze zondagen het geslachtsregister van Jezus in de lijn van Jozef.
Basis van de schikkingen is een boomstronk, die de stamboom van Jezus symboliseert. De stronk verwijst ook naar alle mensen die ons zijn voorgegaan, de traditie waarin wij nu staan en de toekomst waarnaar we op weg zijn.
Centraal staan 5 vrouwen, Tamar, Rachab, Ruth, Batseba en Maria. Deze vrouwen ‘baren ieder op haar eigen wijze toekomst’. Door hun moed stappen ze over grenzen heen en geven rechtvaardigheid handen en voeten, zoals Jezus dat later ook zal doen.

Als voorbereiding beginnen we dit jaar op 24 november, de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Dan is het thema ‘loslaten en vasthouden’. Loslaten en afscheid nemen is een moeilijke weg. Met de verhalen van Elia en Elisa leren we hiermee om te gaan, uitgebeeld in een bloemstuk met de stronk alvast op de achtergrond, die verwijst naar hen die ons zijn voorgegaan.
Vanaf de eerste advent volgen we het geslachtsregister, waarin Mattheüs de 5 vrouwen noemt. Aan he begin van de dienst leggen we uit wat de bloemen betekenen en lezen de daarbij horende tekst voor. Bij de bloemengroet doen we ook een kaart van de schikking met de voorgelezen tekst. Op de website zal na iedere zondag een foto van de schikking en bijbehorende informatie worden gezet, zodat iedereen van deze symbolische bloemen kan (na)genieten.

24 november, de laatste zondag van het kerkelijk jaar.

Voorbij de wolk
van mijn verdriet
licht jouw gelaat
soms even op.

Je bent ver weg
en toch dichtbij,
het licht dat jou omgeeft
is ook in mij
wanneer ik bid:
Ik geloof in de Liefde
ik geloof in het Leven
ik geloof in het Licht
waarin jij woont, voorgoed.

Voorbij de wolk
van mijn verdriet
raakt tijd
de eeuwigheid.

Lezing: 2 Koningen 2 : 1-15a
Thema: "loslaten en vasthouden"

Loslaten en afscheid nemen is een moeilijke weg. Met de verhalen van Elia en Elisa leren we hiermee om te gaan, uitgebeeld in een bloemstuk met de stronk alvast op de achtergrond, die verwijst naar hen die ons zijn voorgegaan.
Afscheid nemen is een moeilijk en zwaar proces. Tot drie keer toe weigert Elisa om Elia alleen te laten gaan. Samen maken ze een soort afscheidsreis waarbij drie plaatsen worden aangedaan. Dit zijn alle drie plaatsen met een bijzondere betekenis. Bethel is de plek waar Jacob God ontmoette en troost en moed ontving voor onderweg. Jericho is de stad die een belangrijke rol heeft gespeeld bij het gaan wonen in het beloofde land. De Jordaan is de grensrivier die overgestoken werd op weg daarnaar toe. Het water wijkt, zoals hij Mozes toen hij met het volk voor de Rode Zee stond.
Als laatste stap gaan de profeten door het water van de Jordaan. Water dat geen dreiging meer vormt, maar waar een weg komt om te gaan. Belofte van nieuw leven.
Dat water omgeeft het eilandje in de schaal waarop we de samengebonden strengen zien. Elia en Elisa, mensen die elkaar vasthouden, sterken, omgeven door de Geest van God. Tot het moment komt dat het rijd is om elkaar los te laten.
Elisa houdt vast wat van waarde is, mag ervaren dat er ook voort hem een weg komt door het water. De stronk verwijst naar hen die ons zijn voorgegaan.

1 december, eerste advent.

Tamar,
fier rechtop
neemt ze het recht
in eigen hand,
gaat tot de grens
van haar vermogen.

Eeuwige God,
geef ons de moed
om op te komen voor recht,
kwetsbaar en toch zo sterk.

Lezing: Genesis 38: 1-30 en Mattheüs 1: 1-3a
Thema: "Tamar"

Tamar was getrouwd met Er, de oudste zoon van Juda. Hij stierf kinderloos en volgens de traditie moet de volgende zoon van Juda met Tamar trouwen om op deze wijze de mogelijkheid tot nageslacht te openen. Zo trouwt Tama met Onan, maar deze saboteert de boel. Hij laat zijn zaad ‘teloor gaan op de aarde’. Beschreven staat hoe hij sterft vanwege deze daad. Juda weigert zijn derde zoon aan Tamar te geven. Hij noemt als reden dat deze nog te jong is.
Tamar wordt weggestuurd naar het huis van haar vader om daar de tijd af te wachten. Zij verzint een list om het recht te laten zegevieren. Zij verleidt Juda en baart een tweeling, Peres en Zerach. Peres wordt de stamvader van David.

De naam Tamar betekent ‘dadelpalm’. Rechtop, zoals de palm, gaat zij door het leven.
De palmtakken verbeelden haar ‘gaan en staan’.
De sluier onderaan de stam geeft haar verborgenheid weer. Als gesluierde, de niet geziene, moet zij gaan voor haar recht, geeft zij zichzelf.
Vanuit haar gave wordt een tweeling geboren. De twee trossen dadels (zij worden wel het brood van de woestijn genoemd) zijn daar het teken van. Klimop verwijst naar de trouw aan de traditie en aan de belofte die aan Tamar is gegeven.

8 december, tweede advent.

Rachab,
haar geloof,
haar lef
haar standvastigheid
baren nieuwe toekomst
voor het godsvolk
voor haar naasten.

Eeuwige God
verbindt ons
door die rode draad
van de liefde.

Lezing: Jozua 2 en Mattheüs 1: 1-4a
Thema: "Rachab"

Ruimhartig biedt Rachab de verspieders een schuilplaats. Dit in tegenstelling tot de stad Jericho zelf, die een gesloten samenleving blijkt te zijn met hoge dichte muren. Geen vreemdeling komt er in of uit, niets nieuws mag er gebeuren. De stadsbewoners hebben het gerucht gehoord van het nieuwe dat zich heeft aangediend en angstig wordt de stad op slot gedaan. Ook Rachab heeft ervan gehoord. Bij haar geen angst maar de belijdenis: "De Heer jullie God is immers een God die macht heeft in de hemel en op de aarde". Zij dwingt zich de belofte af, dat iedereen die zich in haar huis zullen bevinden, gespaard zullen blijven.

Langs de stronk zien we het rode koord, waarmee Rachab de verspieders helpt te ontsnappen. Het is een koord van hoop voor haar en haar familie. Haar daad, haar geloof zal vruchten afwerpen in de heilsgeschiedenis van het godsvolk. Daarom zijn er druiven verwerkt in de rode schikking onder aan de stronk.
Het rode koord / de rode bloemen: symbool Voor Rachab; de hoop op overleven voor Rachab en haar familie.
De druiventros: een verwijzing naar de spionnen, verkenners, die naar Jericho trekken en door Rachab verborgen worden.

15 december, derde advent.

Ruth,
onbeschroomd
kiest zij voor Boaz.
Vol vertrouwen
kiest Boaz voor Ruth -
losser wordt hij uit de nood.

Eeuwige God
waar wij trouw blijven
aan U en aan elkaar,
samen het brood delen,
bloeit geluk op.

Lezing: Ruth 4 en Mattheüs 1: 1-6a
Thema: "Ruth"

Met al het verdriet om het verlies van haar man en twee zonen, blijft Ruth in Moab haar schoonmoeder Naomi trouw. Ze reist met haar naar de plaats waar Naomi vandaan komt: Beth-lehem, het broodhuis. In Bethlehem aangekomen hebben zij niets om van te leven. Naomi stuurt Ruth naar het land van Boaz, een familielid, om aren te rapen. Ruth ontmoet Boaz en hun liefde bloeit op. Boaz wordt de losser van Ruth. Een nieuwe toekomst opent zich met de geboorte van hun zoon Obed. Hij zal de grootvader van David zijn.

De trouw van Ruth aan Naomi verdrijft meer en meer het donker in hun leven. Bethlehem, het broodhuis, wordt een plaats waar de levensvreugde teruggevonden wordt.
De korenaren en de rode roos staan voor de liefde van Ruth voor Naomi en Boaz.
De klimoptakken verwijzen naar de trouw van Ruth aan Naomi.
Het gevlochten brood, bestaande uit verschillende strengen verwijst naar de liefde en trouw van God, die stevig verstrengeld zijn met het leven van mensen.
De roze tule is verbonden met het hoofdstuk Ruth in de bijbel......

22 december, vierde advent.

Batseba,
pijn en verdriet
blakeren haar leven
zwart.

De geboorte
van het kind van de vrede
doet haar opbloeien
als een roos.

Eeuwige God,
leven kan zo’n pijn doen.
Wees aanwezig.
Open Uw toekomst.

Lezing: 2 Samuel 11 en Mattheüs 1: 1-6
Thema: "Batseba"

Het is opvallend dat Mattheüs Batseba niet bij haar naam noemt, maar neerzet als "de vrouw van Uria". Hiermee benadrukt Mattheüs nog eens extra dat zij andermans vrouw was.
Het Bijbelverhaal zegt niets over de gevoelens van Batseba wanneer zij door David genomen wordt. Of het met haar instemming gebeurde of juist helemaal niet? We weten het niet.
Wel is heel duidelijk, dat uit deze relatie veel verdriet en pijn voortkomt. Uria zal door list en bedrog van Davids kant sterven. Het eerste kind van David en Batseba zal geen toekomst hebben en sterft na zeven dagen. Groot is het verdriet.
Maar een nieuwe toekomst wordt gebaard, met de komst van Salomo: kind van de vrede.

Koning David kan geen weerstand bieden aan de mooie Batseba, Ze wordt zwanger en David verzint allerlei listen om Uria om de tuin te leiden.
Wanneer dit niet lukt, laat hij Uria ombrengen. Dit alles vormt een zwarte schroeiplek in het leven van Batseba. We zien die zwarte plek op de stronk. Een plek die blijft. De stukken geblakerde schors herinneren hier ook aan.
Toch hebben het verdriet en de pijn niet het laatste woord. Met de geboorte van Salomo bloeit uit die verschroeide stronk/verschroeide schors een (witte) roos van liefde en vrede.

25 december, Kerst.

Maria,
met open handen
ontvangt zij het nieuwe leven:
Kind van God
dat
hemel en aarde verbindt.

Kind ons geboren,
Zoon ons gegeven,
God onbedwingbaar,
Vader voor eeuwig.
Koning van de vrede.

Lezing: Mattheüs 1: 18-25
Thema: "Maria"

Het eerste testament zet in met de genesis, de wordingsgeschiedenis van de aarde en alle leven. De geest van God zweefde over de oervloed, over de chaos. God zei: "Er moet licht komen", en er was licht. Het is de Geest van God die leven geeft.
Mattheüs begint het evangelie met de genesis, de wordingsgeschiedenis van Jezus. Het eerste testament klink hier volop in mee. Mattheüs laat door zijn manier van vertellen zien dat Jezus de nieuwe schepping is, In het donker, de chaos van de tijd, komt er licht; er wordt hoop geboren, een kind verwacht met de naam "God redt".

Maria, vervuld van Gods Geest, breng het Kind ter wereld met de naam: "God redt". Dit kind zal hemel en aarde met elkaar verbinden. Dit kind zal nieuwe toekomst baren, door zijn weg van leven. Zijn geboorte is Gods goede gave aan de mensheid.
Bij de stam zien we de witte amaryllis die staat voor zuiverheid en onschuld, genade.
Aan de voet van stronk bij de wortels staan ook witte bloemen, teken van nieuw leven, een nieuw begin.
Daardoorheen ‘loopt’ de klimop, die de oorsprong, de wortels met de toekomst verbindt.